Spanje, 1936. De politieke spanningen lopen hoog op en verscheuren het land. Steeds meer mensen verzetten zich tegen de progressieve veranderingen van de regering. Duizenden buitenlanders komen naar Spanje om tegen het fascisme te vechten, zoals de Rotterdamse Fanny Schoonheyt. De Spaanse dichter Federico García Lorca wordt verguisd om zijn linkse sympathieën en zijn homoseksualiteit. Zijn goede vriend Pablo Neruda, consul van Chili in Madrid, probeert zich afzijdig te houden, maar Lorca trekt hem mee in het politieke debat.
Dan pleegt generaal Franco een staatsgreep en breekt de Spaanse Burgeroorlog uit. Neruda stuurt zijn vrouw en hun dochtertje naar Nederland en keert zelf met zijn minnares terug naar Chili. Maar waar is Lorca? Waarom heeft hij niets van hem gehoord?
Aangrijpende roman over het leven van de dichters Federico García Lorca en Pablo Neruda tijdens de Spaanse Burgeroorlog
De Groene Amsterdammer: Een gewaagde, pakkende roman. […] een grote emotionele kracht.
Parool: Bremmer kruipt in de hoofden van de personages en zoomt in op hun handelen, alsof ze een camera hanteert. Het verhaal speelt zich als een epische speelfilm af voor de ogen van de lezer
Trouw: De machteloosheid van Lorca in zijn laatste dagen, de grootste dichter van Spanje en het beroemdste slachtoffer van de Burgeroorlog, die gaat onder je huid zitten.